Minister Harbers denkt het beter te weten dan ceo Qatar Airways

Onlangs baarde de baas van Qatar Airways opzien door publiekelijk toe te geven dat de verduurzaming van de vliegindustrie niets meer of minder is dan een exercitie in public relations. Minister Mark Harbers (Infrastructuur) is het niet met hem eens. Dit blijkt uit antwoorden op Kamervragen, gesteld door Lammert van Raan namens de Partij voor de Dieren. Eén van de ontboezemingen van Qatar-topman Akbar Al Baker was dat de luchtvaart de klimaatdoelstellingen voor 2050 niet gaat halen. Harbers verschuilt zich achter afspraken die binnen de internationale lobbyclub ICAO zijn gemaakt om de uitstoot van CO2 op ‘netto nul’ te krijgen. Hoe de sector dat voor elkaar gaat krijgen, weet hij echter niet te vertellen. “Er zijn nadere afspraken nodig over de invulling”, aldus de bewindsman. Voor de Nederlandse situatie schermt Harbers met het nog in te stellen CO2-plafond. Dat zou in 2050 moeten leiden tot 50 procent minder uitstoot door vertrekkende vluchten dan in 2005. De rest van de economie moet in dat jaar overigens geheel uitstootvrij zijn. Slechts 2 procent per jaarVoor 2030 hoopt Harbers dat de vertrekkende vluchten maximaal hetzelfde uitstoten als in 2005. Toen werd in Nederland 3,5 miljard kilogram kerosine verkocht, terwijl vorig jaar onder invloed van de coronacrisis 3 miljard kilogram werd verkocht. De hoeveelheid kerosine is recht evenredig met de CO2-uitstoot van een vliegtuig. In voorlopig topjaar 2018 werd 4 miljard kilogram kerosine getankt – de ambitie van Harbers om dit over iets meer dan zes jaar terug te brengen naar 3,5 miljard kilogram betekent dus een reductie van slechts 12 procent. Dat is knap 2 procent per jaar. Waar de Qatar-topman onomwonden vaststelt dat er onvoldoende grondstoffen zullen zijn om genoeg alternatieve brandstoffen te produceren, heeft minister Harbers het idee dat dit probleem kan worden opgelost via de import van biogrondstoffen van buiten de EU. Nog niet eens uit labfase“Tegelijkertijd zetten we in op het opschalen van de productie van synthetische kerosine.” Die variant wordt nu slechts op laboratoriumschaal geproduceerd en vergt een enorme hoeveelheid groene stroom die nog niet beschikbaar is. De productie van kunstmatige kerosine kent een notoir laag rendement, waardoor een belangrijk deel van de opgewekte stroom verloren gaat tijdens het productieproces. De beperkte beschikbaarheid van alternatieve brandstoffen is volgens topman Al Baker een van de redenen waarom de verduurzaming van de luchtvaart zal spaaklopen. In zijn antwoorden aan de Kamer komt minister Harbers niet verder dan de 6 procent wettelijk vereiste bijmenging in het jaar 2030. Maar zelfs dat geringe percentage vergt investeringen waarvoor vooralsnog geen bedrijf zich heeft gemeld. Harbers denkt niet dat krimp van de luchtvaart nodig zal blijken om de klimaatafspraken te kunnen nakomen. “Recente studies op nationaal, Europees en mondiaal niveau tonen aan dat de doelen haalbaar zijn zonder krimp.” Als voorbeeld van zo’n rapport haalt hij dan weer een onderzoek aan in opdracht van de lobbyclub ICAO – een agentschap onder de hoede van de Verenigde Naties dat bekendstaat om zijn traagheid en weinig transparante beslissingen. De rest van ons mag het weer oplossenDe minister vindt dat wetenschappelijke onderbouwing van de boude claims door de vliegindustrie niet de enige factor van belang is om beleid op te baseren. “Het ministerie kan juist een waardevolle rol spelen in het versterken van verduurzamingsplannen. Dat kan op het gebied van wetenschappelijke onderbouwing, maar juist ook daarbuiten als het bijvoorbeeld gaat om integraliteit van het klimaatbeleid.” In normaal Nederlands staat hier dat het ministerie zint op nieuwe uitzonderingen voor de luchtvaart. Andere sectoren moeten dan ‘integraal’ de opgave oppakken die de vliegindustrie niet kan waarmaken. Dat er nieuwe uitzonderingen nodig zijn, blijkt ook uit het laatste antwoord van de minister. “De verdeling van emissieruimte over landen en sectoren is een politieke keuze, rekening houdend met de technische mogelijkheden en de economische en maatschappelijke gevolgen per sector. Een ‘fair share naar rato’ bestaat dus niet.” Geen actie, wel weer meer onderzoekWrang is dat met deze politiek alle andere sectoren de onkunde en – deels – onwil van de vliegindustrie moeten gaan opvangen. Die opgave wordt daarmee fors groter dan de toch al straffe eigen doelstellingen. De uitstoot van de vliegindustrie is in ons land immers groot: er wordt net zoveel kerosine verkocht op Schiphol als benzine in de rest van ons land. De sector is hier in zijn eentje goed voor ruim 8 procent van de CO2-uitstoot. En dan hebben we het alleen nog maar over de uitgaande vluchten. Kamerlid Lammert van Raan denkt het zijne van de antwoorden. “Duidelijk is dat de minister zwaar leunt op de in te stellen CO2-plafonds voor de luchtvaart. Het is zaak om die regelgeving goed dicht te timmeren, omdat er veel van afhangt voor het klimaat.” De luchtvaartindustrie heeft geen goede naam op het gebied van het waarmaken van duurzaamheidsclaims. Keer op keer worden zelf gedane beloftes verbroken en doelen niet gehaald. De antwoorden van minister Harbers zijn dermate zacht dat ook hiervan weinig verwacht hoeft te worden. Het blijft opnieuw steken bij mooie intenties, zonder concrete en ambitieuze doelstellingen. Weer is nodig meer onderzoek, meer afstemming en meer overleg.
06 juli 2023, 13:22