Vorig jaar februari weigerde minister Christianne van der Wal (Natuur & Stikstof) maatregelen te nemen tegen de uitstoot van stikstofoxiden door het vliegverkeer. Die weigering wordt donderdag aan de rechter voorgelegd.
In feite gaat het om drie zaken, tegen vergelijkbare besluiten over de vliegvelden Schiphol, Rotterdam Airport en Eindhoven Airport. De procedures zijn aangespannen door Mobilisation for the Environment (MOB) bij de rechtbank van Gelderland in Arnhem.
Volgens MOB zijn de stikstofeffecten van Schiphol onjuist en onvoldoende in kaart gebracht waardoor de minister op onjuiste gronden heeft besloten geen maatregelen op te leggen aan het vliegveld.
Onder meer is de beruchte 25 kilometergrens ten onrechte toegepast, zo bepleit MOB. Stikstofuitstoot buiten een grens van 25 kilometer vanaf een bedrijf kan volgens de minister niet meer herleid worden tot de bron. Maar volgens MOB bestaat er geen wetenschappelijke onderbouwing van die stelling. De grens wordt dan ook in een parallelle procedure betwist en MOB vraagt de rechter rekening te houden met de (nog te publiceren) uitspraak in die zaak.
Grens van 900 meterOok is voor de uitstoot van het vliegverkeer een oneigenlijke afkapgrens aangehouden van 900 meter hoogte, terwijl de meeste stikstofuitstoot door vliegtuigen juist boven die grens plaatsvindt. Daardoor mist 90 procent van de emissies in de bespiegelingen van de minister. Dat blijkt onder meer uit een onderzoek van de TU Delft.
Een argument van de minister is dat de neerslag van de stikstofuitstoot boven de 900 meter niet goed in kaart te brengen zou zijn. Maar voor een belangrijk deel van die depositie kan dat juist wel: het gedeelte dat via regen de grond bereikt is prima inzichtelijk te maken, zo blijkt uit een deskundigenrapport dat MOB donderdag inbrengt.
Bij het besluit om geen maatregelen te treffen heeft de minister de beginsituatie – officieel de referentiesituatie – onvoldoende beoordeeld, zo vermeldt het beroepsschrift. Daardoor heeft zij aangenomen dat Schiphol over veel meer uitstootrechten beschikt dan feitelijk het geval is. De referentiesituatie is bovendien onderdeel van een andere procedure over de rechtmatigheid van de natuurvergunning die inmiddels aan Schiphol is verstrekt en staat daarom nog niet onomstotelijk vast.
Onvoldoende alternatieve maatregelenVolgens MOB zegt de wet dat verdere verslechtering van natuurgebieden sowieso noopt tot het treffen van maatregelen. Daarbij doet de ernst van de vervuiling door één bron er niet toe, vooral als de minister onvoldoende duidelijk kan maken welke andere maatregelen worden getroffen om de verslechtering een halt toe te roepen.
De minister stelt immers dat het wel meevalt met de stikstofdepositie door het vliegverkeer, maar verhult daarmee dat met name Schiphol wel degelijk een belangrijke bron is. Het Adviescollege Stikstofproblematiek onder oud-minister Johan Remkes berekende de depositie van de vliegindustrie tussen de 12 en 19 mol per hectare per jaar. Voor veel bedreigde natuurgebieden zijn dat allerminst te verwaarlozen getallen.
In eerdere uitspraken verplichtten rechters over te gaan tot het treffen van maatregelen bij veel lagere depositiewaarden, vanaf zelfs 0,63 mol depositie per hectare per jaar.
Nu Van der Wal heeft besloten geen maatregelen tegen het vliegverkeer te treffen, terwijl is aangetoond dat de uitstoot ervan verantwoordelijk is voor een verdere teruggang van kwetsbare natuur, had de minister moeten aantonen welke andere maatregelen zij heeft getroffen om de natuur te beschermen. Dat heeft de minister nagelaten, zo betoogt MOB.
Effecten andere maatregelen staan niet vastDergelijke maatregelen moeten zonder “redelijke wetenschappelijke twijfel” leiden tot een beëindiging van een (dreigende) achteruitgang. Echter, de maatregelen die de minister aanvoert zijn of twijfelachtig (moderne stalvloeren), zijn vooralsnog slechts beleidsvoornemens (de piekbelastersaanpak) of hebben betrekking op een te klein gebied. Van der Wal vroeg slechts maatregelenpakketten op in de provincies Noord- en Zuid-Holland, Utrecht en Flevoland terwijl de negatieve effecten van het vliegverkeer op de natuur zich uitstrekken over heel ons land.
Het afzien van maatregelen tegen Schiphol en de andere vliegvelden is des te onbegrijpelijker vanwege de ernst van de situatie. In het stikstofdossier staan alle seinen op rood. De gestelde doelen, zoals een emissiereductie van 50 procent in 2030, dreigen niet te worden gehaald, terwijl uit rapporten al blijkt dat dit onvoldoende is om de natuur te laten herstellen. De reductie zou eerder naar 70 procent moeten.
Het ontzien van de luchtvaartsector vergroot de inspanningen die alle andere sectoren moeten leveren om de natuur weer een kans te geven. Dat is in tegenspraak met de adviezen van de commissie Remkes. Die raadde het kabinet aan iedere sector een eerlijke bedrage te laten leveren aan de oplossing van de stikstofproblemen.
Weer dat overdreven economische belangEen belangrijke reden voor Van der Wal om niet op te treden tegen de vliegindustrie is dat Schiphol al wordt aangepakt door de voorgenomen krimp van minister Harbers in verband met het overschrijden van de geluidsnormen. Maar die vlieger gaat niet op, stelt MOB. Het nieuwe plafond is nog verre van zeker en niet vastgelegd in de wet. Bovendien vindt er nu alweer een verschuiving plaats naar hogere aantallen vluchten zodat Van der Wal deze maatregelen niet als alternatief kan opvoeren.
MOB vindt dat de minister de economische belangen van Schiphol onvoldoende heeft onderbouwd en waarom die belangen de huidige omvang vereisen. “Uit recent onderzoek blijkt dat het veronderstelde welvaartsverlies vanwege een krimp van Schiphol zwaar wordt overschat.”
“Bovendien zijn er juist grote maatschappelijke belangen gemoeid bij een kleiner Schiphol, zoals de leefomgeving, de luchtkwaliteit, de geluidshinder, de uitstoot van CO2 en de bijbehorende klimaatproblematiek.”
06 februari 2024, 17:30