De staatssteun die Air France en moedermaatschappij Air France-KLM tijdens de coronapandemie hebben gekregen, had de Europese Commissie niet zomaar mogen goedkeuren. Dat heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie woensdag bepaald in een zaak die was aangespannen door budgetmaatschappij Ryanair. Volgens het hof heeft de Europese Commissie niet genoeg onderzocht of KLM mee heeft geprofiteerd van de 11 miljard euro steun die de Franse maatschappij en de holding hebben ontvangen van de Franse staat. De Commissie moet dit daarom opnieuw bekijken. Tijdens de coronapandemie had de luchtvaart het zwaar te verduren. Veel vliegmaatschappijen hebben toen steun gekregen van nationale overheden. Zo kregen Air France en moederbedrijf Air France-KLM samen 11 miljard euro steun van Parijs. Daarbij ging het om staatsgaranties en leningen. De Ierse maatschappij Ryanair kreeg geen staatssteun en was verbolgen dat haar concurrenten die wel kregen. Het bedrijf startte daarom een serie rechtszaken. In de zaak die de Ieren tegen de Franse steun zijn begonnen, krijgen ze nu gelijk van het Europese hof. Volgens de rechter heeft KLM op zijn minst indirect geprofiteerd van de steun uit Parijs. En dat is tegen de regels, vindt het EU-hof. De Commissie had daarom de Franse staatssteun niet zomaar mogen goedkeuren en moet nu opnieuw bekijken of KLM heeft geprofiteerd van het Franse geld. Air France-KLM kan nog in beroep gaan tegen de uitspraak. De Nederlandse regering gaf tijdens de coronapandemie ook steun aan KLM. Daarbij ging het om 3,4 miljard euro aan leningen en staatsgaranties. Ook hiertegen kwam Ryanair in het verweer en kreeg het gelijk van de Europese rechter. Maar de Europese Commissie besloot daarna opnieuw dat de Nederlandse staatssteun geoorloofd was.