(leestijd circa 3 minuten)
Recent beantwoordde minister Barry Madlener (I&W) vragen uit de Eerste Kamer over de uitstoot van zeer zorgwekkende (lees: kankerverwekkende) stoffen door Schiphol. Duidelijk is dat omwonenden nergens op hoeven te rekenen: vliegvelden mogen als enige industrie zoveel gifstoffen uitstoten als zij willen.
Daarmee heeft de vliegindustrie zijn zoveelste uitzonderingspositie te pakken. Terwijl de nieuwe Omgevingswet een verbetering voor iedereen zou moeten zijn, komen omwonenden er bekaaid vanaf. Een aanpak van het probleem wordt door Madlener vakkundig onder het tapijt geveegd.
Het is opnieuw een schrijnend voorbeeld van hoe de belangen van de vliegindustrie prevaleren boven volksgezondheid en milieu.
De discussie startte een aantal jaren geleden, toen oud-Kamerlid Lammert van Raan namens de Partij voor de Dieren vragen stelde over de gevaarlijke emissies van Schiphol. Toen was immers al duidelijk geworden uit de Emissieregistratie van het RIVM dat Schiphol industrienormen liefst duizenden keren overschreed.
Van Raan wilde graag dat ook Schiphol – net als alle andere industrieën in ons land – de emissies verplicht zou terugbrengen met de best mogelijke technologieën. Dat is een heldere, dwingende regel die voor vieze bedrijven geldt, maar niet voor vliegvelden.
Nauwelijks bepalingenDe uitstoot van vliegvelden valt namelijk niet onder de Omgevingswet, maar onder de Wet luchtvaart. En daarin is nauwelijks iets te ontdekken over uitstootnormen, laat staan dat er een minimalisatieplicht bestaat.
De minister komt nu met een zeldzame chicane in de interpretatie van de regels. Hij stelt als antwoord op de Kamervragen dat de minimalisatieplicht inderdaad is verwerkt in een specifieke zorgplicht onder artikel 2.11 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). Goed nieuws, denkt de argeloze lezer dan.
Maar de duivel zit in de details, want vervolgens redeneert Madlener dat deze specifieke zorgplicht “uitsluitend geldt voor milieubelastende activiteiten die zijn aangewezen in hoofdstuk 3 van het Bal”. En wat blijkt? Activiteiten die de leefomgeving rond een vliegveld het meest direct en significant beïnvloeden – landen, opstijgen en taxiën van vliegtuigen – zijn onder het Bal NIET aangemerkt als milieubelastende activiteiten. En dus gaat Schiphol vrijuit.
‘Staand beleid’Madlener werpt vervolgens een rookgordijn op door te stellen dat deze activiteiten worden gereguleerd door de Wet luchtvaart en het Luchthavenverkeersbesluit Schiphol (LVB). Dat is “staand beleid” dat door de nieuwe Omgevingswet niet worden veranderd. Het is ‘gedurfd’ van de minister om dit zo te stellen, want de Wet luchtvaart is primair gericht op de luchtverkeersleiding, de veiligheid en de geluidshinder. Er zijn nauwelijks concrete, dwingende regels opgenomen die vergelijkbaar zijn met de expliciete ZZS-minimalisatieplicht uit de Omgevingswet.
De minister verwijst expliciet naar “grenswaarden”, maar in de Wet luchtvaart worden slechts een klein aantal zeer zorgwekkende stoffen genormeerd. Veruit de meeste van de tientallen giftige stoffen die Schiphol uitstoot en die RIVM vastlegt in de Emissieregistratie, worden niet eens genoemd. Madlener schuift het probleem hiermee door naar wetgeving die aantoonbaar ontoereikend is voor de aanpak van ZZS.
Het enige waarop omwonenden kunnen terugvallen is daarom artikel 1.7 van de Omgevingswet, de algemene zorgplicht. Dat is een brede bepaling die zegt dat je de omgeving niet mag schaden. Het is een slap aftreksel van een concrete minimalisatieverplichting of grenswaarden voor álle zeer zorgwekkende stoffen. Het biedt nauwelijks houvast voor handhaving of rechtsbescherming. Onbegrijpelijk en onacceptabel.
Verwijzen naar onbruikbare studiesBarry Madlener (PVV) probeert vervolgens de zorgen te pareren door te verwijzen naar studies die zouden aantonen dat de bijdrage van de luchtvaart aan de lokale luchtkwaliteit “beperkt” is en dat de zzs-concentraties de grenzen niet zouden overschrijden. Maar juist deze rapporten werden onlangs finaal onderuit gehaald door een expertgroep die speciaal was ingesteld om een oordeel over dat “wetenschappelijk onderzoek” te geven.
Bovendien: ZZS zijn per definitie zeer zorgwekkend. Een minimale aanwezigheid kan al risico’s introduceren, zeker bij chronische blootstelling zoals rond vliegvelden. Het “beperkt zijn” buiten de directe omgeving zegt verder niets over de blootstelling van mensen die WEL dichtbij het vliegveld wonen of er zelfs werken.
Bovendien lieten de bekritiseerde studies zien dat ZZS met name vrijkomen tijdens het taxiën en aan de gate. Dat zijn precies die activiteiten die de minister uitzondert van de ZZS-regels in het Bal. Het is ronduit misleidend om met studies te zwaaien die het probleem bevestigen, terwijl tegelijkertijd de regelgeving voor hetzelfde probleem wordt uitgehold.
OnthutsendDe antwoorden van Madlener zijn onthutsend. Onder het mom van de nieuwe Omgevingswet worden luchtvaartactiviteiten die significant bijdragen aan de uitstoot van zeer zorgwekkende stoffen actief buiten het bereik van de specifieke ZZS-minimalisatieplicht geplaatst. De bescherming van omwonenden en medewerkers blijft hierdoor vaag en onvoldoende. Plus als uitsmijter dat het allemaal niet meevalt met het reduceren van de emissies, zodat Schiphol nog minstens tot 2030 de tijd krijgt om actie te ondernemen.
Het betekent opnieuw een achteruitgang in rechtsbescherming voor omwonenden. De minister creëert hier een regulatorisch vacuüm voor de meest schadelijke uitstoot van Schiphol. Opnieuw een illustratie dat de regering niet bereid is de vliegindustrie aan te pakken op zijn milieu- en gezondheidsimpact.
13 mei 2025, 19:07