(leestijd circa 10 minuten)
Minister Barry Madlener (PVV) heeft ineens grote haast met het vastleggen van een nieuw Luchthavenverkeersbesluit (LVB). Volgens hem om de omwonenden ter wille te zijn en grenzen voor de luchtvaart wettelijk vast te leggen. Maar is dat wel zo?
Op 14 februari jongstleden publiceerde het Ministerie van Infrastructuur een ontwerpbesluit om het LVB voor Schiphol te wijzigen. Daar werd al jaren op gebroed, maar nu is inmiddels bij beide Kamers een zogenaamde voorhangprocedure gestart en vraagt hij binnenkort een spoedadvies aan de Raad van State.
Maar inhoudelijk én procedureel deugt het voorgenomen besluit niet. Het is in de kern de legalisatie van zo’n 80 duizend vluchten die nu gedoogd worden, maar nooit wettelijk zijn vastgelegd. De minister poogt quick & dirty nog even de rechten vast te leggen voor de luchtvaartindustrie, voordat het kaartenhuis ineen zakt.
Onrechtmatige exploitatieMet de versnelde LVB hoopt de minister de rechten te verstevigen op wat de Staat en de minister zelf hebben gecategoriseerd als een onrechtmatige exploitatie van het vliegveld, zo blijkt uit onder meer antwoorden op Kamervragen en de inbreng van de Landsadvocaat tijdens het hoger beroep over het krimpbesluit.
De rechtspositie van de vliegindustrie in lopende en nog te verwachten procedures wordt hiermee aanzienlijk verstevigd, ten koste van de belangen van omwonenden, klimaat en natuur. Het is bovendien cynisch dat de minister geen enkele uitvoering geeft aan het RBV-vonnis. Eerder oordeelde de rechter dat op 20 maart aanstaande de minister een einde moet hebben gemaakt aan het gedogen en het vertrappen van de rechten van omwonenden. Dat vonnis hield zelfs stand in het tussenvonnis van 25 februari jongstleden.
Met de komst van het versnelde LVB wordt een volwaardig nieuw LVB op de lange baan geschoven. Voor de volwaardige versie had bijvoorbeeld een nieuwe milieueffectrapportage (MER) moeten worden opgesteld.
Al jarenlang bezigIn een eerder artikel schreven we al dat er sinds 2021 een speciaal bewindsliedenoverleg bestaat met ten minste zes betrokken ministeries die als zelfbenoemd doel heeft om Schiphol zo snel als mogelijk te legaliseren op 500.000 vliegbewegingen. Onder meer de opmerking van de directeur van Schiphol in een uitzending van Nieuwsuur waarin hij zei dat er sprake is van een juridisch moeras, moeten in dit licht worden bezien.
Een van de belangrijkste pijlers onder de legalisatie van de circa 80.000 extra vliegbewegingen is een nieuw LVB. Waar het ministerie eerder werkte aan een volwaardig LVB mét milieueffectrapportage, is dat pad nu plots verlaten. Als reden wordt aangevoerd dat er onvoldoende tijd is en men te druk is geweest met alle ontwikkelingen rond de balanced approach – de procedure in Brussel waarin wordt bepaald of Schiphol mag krimpen om redenen van geluidsoverlast.
Het ministerie verschuilt zich met deze verklaring achter het eigen mismanagement. De drukte rond de balanced approach noopt nu zogenaamd tot een versnelde procedure omdat het voor omwonenden toch wel heel erg belangrijk is dat de uitkomsten van die approach wettelijk worden vastgelegd.
Dubieuze uitgangspuntenMaar de minister heeft deze janboel zelf laten ontstaan door direct in zijn eerste week de luchtvaartlobby ruim baan te geven om de eerder vastgestelde en doorgerekende krimp overboord te gooien en met dubieuze uitgangspunten een veel hoger aantal vast te pinnen.
Madlener communiceerde daarbij op eigen houtje de gewenste aantallen met Brussel, zonder ondersteuning door gedegen en stabiele berekeningen. Vervolgens is het ministerie maandenlang aan het werk gezet om recht te rekenen wat krom is. Waarbij het gestelde doel van 17 procent zelfs werd opgeofferd. Daar is veel tijd aan opgegaan, niet aan het opstellen van een volwaardig LVB. Het is niet anders te kwalificeren als mismanagement.
De werkelijke reden om nu ineens de noodprocedure van stal te halen in plaats van netjes de al gestarte MER-procedure voor een volwaardig LVB verder te doorlopen, is waarschijnlijk de ijskoude kritiek over de gebruikte referentiesituatie door de Commissie MER. In een advies merkte die belangrijke commissie op dat de enige juiste referentiesituatie het LVB van 2008 is.
Die referentiesituatie heeft het ministerie al meerdere malen ‘niet realistisch’ genoemd omdat daarin slechts zo’n 400 tot 420 duizend vliegbewegingen mogelijk zijn. En I&W houdt liever vast aan de illegale 500.000 vliegbewegingen die werden verkregen door het ‘anticiperend handhaven’ ofwel langjarig gedogen van een illegale situatie.
Om met deze wetenschap te gaan voor een volwaardig LVB inclusief MER, zou leiden tot een pijnlijke afkeuring van de Commissie MER.
Nooit beoordeeld op milieueffectenVoor de volledigheid: een exploitatie met 500.000 vliegbewegingen is nooit beoordeeld voor de MER. En om het nog schrijnender te maken: zelfs het LVB 2008 is nooit volledig beoordeeld op de milieueffecten. Mede daardoor staat de rechtmatigheid niet vast. Dat werd eerder bevestigd door de Minister van LNV in haar rol van bevoegd gezag voor de natuurvergunning in een beroepsprocedure in 2020.
In de nota van toelichting van de huidige versnelde procedure wordt op pagina 8 gerefereerd aan een MER-studie die was uitgevoerd om in 2020-2021 een nieuw LVB af te kondigen op basis van het Nieuwe Normen- en Handhavingsstelsel (NNHS). De minister suggereert dat er geen significante milieueffecten zijn voor de nu beoogde 478.000 vliegbewegingen omdat het blijft binnen de grenzen van die eerdere MER.
Dat is een Kafkaiaanse redenering. De Commissie MER schreef destijds in het persbericht bij haar toetsingsadvies dat die MER zo krakkemikkig in elkaar stak dat het niet als basis kon dienen voor een nieuw LVB voor Schiphol. Er zaten zoveel tekortkomingen in, vooral op het gebied van stikstof, CO2 en geluidsbelasting, dat niet tot een andere conclusie kon worden gekomen.
SjoemelberekeningenHet advies zelf was minstens zo vernietigend. Zo was er sprake van verkeerde vergelijkingen tussen eerdere en de nieuwe situatie, uitgangspunten van berekeningen waren onduidelijk en zelfs deels inconsistent, er was (ook toen al) onvoldoende gemotiveerd waarom uitgegaan werd van 480.000 vluchten en de uitgangspunten van de stikstofberekeningen waren in de praktijk onmogelijk. Ook waren er verschillende rekenmethoden gebruikt voor de stikstofdepositie eerder en nu en was slechts een deel van de CO2-emissies in kaart gebracht.
Het LVB uit 2020-2021 is er dan ook nooit gekomen. Het bleek een onbegaanbaar pad zonder geldige natuurvergunning en met een Commissie MER die al direct door de sjoemelberekeningen heenprikte. Dat LVB heeft dan ook geen enkele juridische status, terwijl I&W er op dit moment bij de versnelde procedure rechten aan denkt te kunnen ontlenen.
In de stukken voor het nieuwe LVB staan diverse passages die doen voorkomen alsof de huidige situatie met 500.000 vliegbewegingen legitiem zou zijn. En een krimp naar 478.000 een groots gebaar is naar de omgeving, rechtsherstel biedt en een serieuze eerste stap naar hinderreductie. Maar het ministerie realiseert zich dat de juridische basis voor die aantallen volledig ontbreekt en omschrijft de situatie dan ook zeer omfloerst.
Om de tuin leidenHoewel de minister de schijn wil wekken dat de huidige basis in orde is, durft hij het niet hard op te schrijven. Wanneer het zwart op wit op papier staat, kan dat leiden tot grote politieke en juridische problemen. Zo spreekt hij over de ‘capaciteitsdeclaratie’ om te doen voorkomen dat er een aantal van 500.000 vliegbewegingen is vergund. Ook spreekt hij over dat aantal als zijnde ‘afgesproken aan de Alders-tafel’ om maar niet te hoeven stellen dat er zoveel vluchten wettelijk vaststaan. Weer even verderop heeft hij het erover dat 500.000 vluchten ‘worden toegestaan’ en niet dat deze ‘zijn toegestaan’.
Het ministerie speelt hier een knap spelletje blufpoker. Want als de minister hier onverkort stelt dat 500.000 vliegbewegingen legitiem is, dan volgt al snel de vraag waaruit dat dan blijkt. Niet uit het LVB 2008 in ieder geval, want daarin is alleen het maximum aantal nachtvluchten vermeld. En ook niet uit de ‘afspraken’ aan de Alderstafel, want die missen legitimiteit omdat ze nooit zijn vastgelegd in een besluit of wet. En waarvan de milieueffecten nooit onderzocht zijn. Om van het probleem van de illegaal aangelegde Polderbaan nog maar te zwijgen.
Een volgende reden voor de grote haast die de minister nu heeft, is de onzekere situatie rond de natuurvergunning van Schiphol. Voor een nieuw LVB is een onherroepelijke natuurvergunning een harde voorwaarde, maar na uitspraken van de Raad van State en de rechtbank in Den Haag in de zaak van Greenpeace is de kans dat deze vergunning sneuvelt levensgroot. De rechtbank heeft het onderzoek ernaar zelfs heropend in de zaak van MOB.
I&W lijkt nu de vlucht vooruit te kiezen. Zolang de natuurvergunning van Schiphol niet is vernietigd, lijkt het er nog een beetje op dat een nieuw LVB mogelijk is. Maar het vonnis wordt binnen maanden of zelfs weken verwacht, dus moet de minister vaart zetten achter zijn ‘expres-LVB’.
Geen advies MRSVoor het nieuwe LVB ‘vergeet’ de minister voor het gemak ook om de Maatschappelijke Raad Schiphol om advies te vragen, ondanks het wettelijk vastgelegde adviesrecht. Het toont maar weer eens aan hoe weinig belang hij hecht aan omwonenden. Ook ‘vergeet’ Madlener het advies van de Europese Commissie af te wachten uit de balanced approach procedure. Waar hij zich steeds verschuilt achter de EC, lijkt het nu geen bezwaar te zijn om de nieuwe grens van 478.000 vluchten te verankeren voor de sector.
In nauwe samenwerking met de vliegindustrie resulteert het nieuwe LVB in een pakket dat zo’n vijftien procent hinderreductie moet gaan opleveren. Nader beschouwd blijkt het grotendeels te gaan om een papieren winst en het andere deel is buitengewoon onzeker. Zo komt een fors deel uit de beperking van het aantal nachtvluchten met een reductie van 32.000 naar 27.000. Met de zware wegingsfactor voor nachtvluchten leidt zo’n ‘krimp’ al snel tot een forse winst. ‘Vergeten’ wordt voor het gemak dat er al jaren geen 32.000 nachtvluchten zijn uitgevoerd. In 2023, het laatst bekende jaar, ging het om 24.533 vliegbewegingen. Onzeker is ook de levering van minder lawaaiige toestellen. Inmiddels is al vast komen te staan dat de nieuwe Airbussen veel later komen dan beloofd.
KLM in protestOok onzeker is de tariefdifferentiatie waarmee de luidruchtigste toestellen worden ontmoedigd. Die effecten zijn volledig meeberekend in het maatregelenpakket voor de balanced approach, maar op de achtergrond vecht de vliegindustrie onder aanvoering van KLM de nieuwe tarieven aan bij de Autoriteit Consument & Markt.
Volgens de Wet luchtvaart dient ieder volgend besluit te worden getoetst op gelijkwaardigheid met het eerste Luchthavenverkeerbesluit uit 2003. De omgeving mag er daarbij niet op achteruit gaan voor geluidsbelasting, veiligheid en luchtkwaliteit. De minister schermt daarvoor met de eerdere – zwaar bekritiseerde – MER uit 2021, maar die vlieger gaat dus niet op. Hij zal de gelijkwaardigheid van dit besluit – met 80.000 extra vluchten – alsnog rechtstreeks moeten aantonen door te laten zien dat de situatie niet verslechtert ten opzichte van 2003. Dat lijkt een onmogelijke opgave, want 80.000 vliegtuigen passeren niet stilletjes.
Veiligheid voor omwonendenEn voor het aspect veiligheid wordt het helemaal een onmogeljke opgave. Zoals we eerder berichten zijn de veiligheidsnormen voor omwonenden vanaf 2004 grotendeels losgelaten omdat ze de groei van Schiphol in de weg staan.
Overigens gaat het nieuwe LVB sowieso voorbij aan hogere wetgeving. In hoofdstuk 4 van de nota van toelichting wordt gesteld dat het besluit is getoetst aan andere wetgeving, maar deze toetsing blijkt onvolledig en passeert hogere wetgeving, in het bijzonder de universele mensenrechten, het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en de verplichtingen die het Unierecht oplegt in het kader van de milieubescherming.
Wat zijn de gevolgen?Wat zijn nu de consequenties van het omstreden nieuwe Luchthavenverkeersbesluit? Als deze wijziging door de Eerste en Tweede Kamer wordt geaccepteerd, komt er hard in een wettelijk besluit te staan dat Schiphol en de vliegindustrie aanspraak kunnen maken op 478.000 vliegbewegingen. Dat geeft deze partijen een wettelijke verankering van een aantal dat niet veel afwijkt van de 500.000 vluchten die tot nu toe weliswaar werden gedoogd, maar daarmee nog niet legitiem zijn. Binnen de bestaande wetgeving passen slechts 400.000 tot 420.000 vluchten, zo bleek immers eerder uit uitspraken van de minister.
Weliswaar is de Hoge Raad gevoelig gebleken voor het argument van de historische rechten en heeft zij gesteld dat krimp alleen mag via de balanced approach, maar juridisch bestond er geen minimum aantal vluchten waarop de sector zich kon beroepen. De 478.000 vluchten uit het nieuwe LVB betekent dus een rechtstreekse legalisering van zo’n 80.000 extra vluchten.
Voor het hoger beroep in lopende en toekomstige rechtszaken, zoals de zaak van RBV kan dat grote consequenties hebben. Het is alsof de minister de doelpalen tijdens de wedstrijd verschuift ten faveure van de vliegindustrie.
ListigheidDaarnaast zit in de formulering van de nota van toelichting nog een listigheid. De maximum aantallen worden er gesteld boven de grenswaarden in de handhavingspunten. De facto kunnen omwonenden zich niet meer beroepen op die grenswaarden zolang het aantal vluchten onder de 478.000 blijft.
Dit is geen papieren werkelijkheid, omdat er elk jaar overschrijdingen zijn van de grenswaarden. Simpelweg omdat er geen 480.000 vluchten passen binnen de grenswaarden van het huidige LVB. Ook niet met preferent vliegen. Daarom worden steeds trucs uitgehaald met het ophogen van grenswaarden onder het mom van groot onderhoud. En wordt de Inspectie onder druk gezet om zelfs niet ‘anticiperend’ te handhaven.
Het nieuwe LVB creëert een groot financieel risico voor de Staat. Door de 478.000 vluchten hard op te nemen, bestaat de kans dat de sector grote schadevergoedingen gaat eisen wanneer de rechter of de politiek alsnog besluiten dat krimp noodzakelijk is, bij voorbeeld als gevolg van stikstof of mensenrechten.
Vierenhalf miljard euroDe vliegindustrie kan in een juridische procedure dan voorbijgaan aan de vraag of die slots überhaupt legitiem waren, waarmee een procedure vele malen eenvoudiger wordt. Stukken van het Ministerie van Financiën spreken over een schadepost die kan oplopen tot wel 4,5 miljard euro.
Hoe ongunstig dit besluit ook is – als het kabinet erin slaagt het door de Kamers te rommelen – cynisch genoeg kan het de RBV-zaak ook helpen. Een dergelijk besluit bewijst in ieder geval het gelijk van het vonnis dat de belangen van Schiphol altijd leidend zijn. De Staat deinst er zelfs niet voor terug om 80.000 extra vluchten te legaliseren. En wil dit dan verkopen aan de omgeving als winst.
Tot slot is er nog een punt van grote zorg over dit nieuwe LVB. De minister meldt dat er ‘bindende afspraken’ met KLM en Schiphol zijn of worden gemaakt, die naast het LVB komen te staan. Maar de inhoud van die afspraken is niet bijgevoegd, zodat de Eerste en Tweede Kamer er geen inzicht in krijgen. Het verleden bevat tal van ‘bindende’ afspraken tussen Staat, KLM en Schiphol waarvan niets terecht is gekomen. Hopelijk kunnen onze volksvertegenwoordigers zich de rapporten van de Staatsagent bij KLM nog herinneren.
Kamerleden let op!Zowel de Eerste als de Tweede Kamer doen er goed aan om kritisch in te gaan tegen het nieuwe LVB. Op een doorzichtige manier worden 80.000 vluchten gelegaliseerd. De vliegindustrie krijgt opnieuw ruim baan. Ten koste van omwonenden, natuur, milieu en klimaat. Tegen het vonnis van de rechter in. En met grote risico’s voor de Staat. Want procedureel en inhoudelijk rammelt het besluit aan alle kanten. Minister Madlener maakt het juridisch moeras alleen maar zompiger.
27 februari 2025, 19:17